'Behandelaars ggz herkennen hoogbegaafdheid onvoldoende'

Hoogbegaafdheid komt onder 5 tot 12 procent van de patiënten in de geestelijke gezondheidszorg voor. Desondanks herkennen zorgverleners de kenmerken lang niet altijd, wat schadelijke gevolgen kan hebben. Volgens gezondheidspsycholoog en psychotherapeut Rogier Poels geven het model van Mönks en het Delphi-model psychologen en psychiaters handvatten voor het herkennen van hoogbegaafdheid. Dit meldt Akwa GGZ. 

Zo staat in het Delphi-model dat hoogbegaafde mensen sneller en slimmer denken en dat zij complexe zaken aankunnen. Hoogbegaafden zijn autoboom, gedreven en nieuwsgierig en tegelijkertijd gevoelig, emotioneel en intens.

Mismatch

Volgens Poels is het Delphi-Model heel exact in het beschrijven van de kenmerken van hoogbegaafdheid. “Het is de basis van hun zijn en tegelijkertijd kunnen deze eigenschappen een reden worden dat ze in de maatschappij vastlopen.” Hoogbegaafdheid kan een positieve impact hebben op iemands welzijn, maar waar het vaak misgaat is de ‘mismatch’ met de omgeving. Hierdoor krijgen mensen een lager zelfbeeld, trekken ze zich terug, gaan ze overschreeuwen of vertonen ze narcistische trekken. Soms gaan ze ook onderpresteren.

Misdiagnose

In de ggz wordt hoogbegaafdheid ook niet altijd herkend of zelfs begrepen, stelt de psycholoog/therapeut. Cliënten krijgen vaak adviezen waar ze niets mee kunnen. Maar volgens Poels is het grootste risico dat ze een misdiagnose krijgen. Dit komt deels door het gebrek aan kennis over hoogbegaafdheid, maar ook doordat bepaalde kenmerken ook passen bij onder meer ADHD of autisme. Poels adviseert behandelaars om een ‘HB-bril’ op te zetten. Mensen kunnen in de ggz terechtkomen vanwege een burn-out of eenzaamheid, maar de primaire reden van klachten kan hoogbegaafdheid zijn. Daarom probeert Poels eerst mensen te begrijpen vanuit de lens van hoogbegaafdheid.

IQ-test

Een paar handvatten om op te letten: hoogbegaafden zijn vaak nieuwsgierig, praten veel en zijn kritisch. Er is een bepaalde intensiteit aanwezig, ze kunnen van het ene onderwerp overspringen naar het andere en hebben veel associatieve gedachtes. Mensen zijn officieel hoogbegaafd als ze een IQ van minimaal 130 is, maar Poels vindt het niet altijd nodig om hierop te testen. “Hoogbegaafdheid is veel meer dan een IQ-score.”

Via het instituut hoogbegaafdheid volwassenen en het Landelijk Kennisnetwerk Psychiatrie en Hoogbegaafdheid kunnen zorgprofessionals meer leren over hoogbegaafdheid om misdiagnoses te voorkomen.

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky